https://proxy.archieven.nl/0/4923AC3A3C80439B90CE401CDC0F7EBC
Gedoopt
20 Febrarij 1752, Engeltje, onegte dochter van Engelijn van de Wal, en (na haar seggen) van Hendrik van Clodewijk, wonende alhier, en is van haar self ten doop gehouden, na dat sij in het openbaar voor de gantsche gemeente beleden had dat sij sig ten derdenmaal in snoode hoererij en onkuijsheijt vergrepen had, sig den schrickelijken toorn van een
God van hemel en aarde op den hals gehaalt, de gemeinte Gods op een vreeselijke wijze geergert had, met belofte van sig int vervolg van die
snoode sonde (in afhanging van de wederhoudende genade van God) te sullen wagten. En is deselve tot boete en bekeering opgewekt van den predicant, om soo versoening te vinden in het aangesigt van den soon van sijn liefde.
Baptisée le 20 février 1752, Engeltje, fille d'Engelijn van de Wal, et (après son seggen) de Hendrik van Clodewijk, vivant ici,
et a été baptisée par elle-même, après avoir avoué publiquement devant toute la congrégation que pour la troisième fois elle avait commis une fornication et une impudicité perverses, avait encouru la terrible
colère d'un dieu du ciel et de la terre, provoqué la méchanceté de Dieu d'une manière terrible, avec la promesse de poursuivre sig int cette
mauvaise sonde (sous réserve de la grâce restrictive de Dieu) attendre. Et est-il élevé à la pénitence et à la repentance de la part du prédicateur, afin qu'il puisse trouver la réconciliation devant le fils de son amour.